Beleggen in obligaties via uw vennootschap: zinvol of niet?

Voor vennootschappen die over liquide middelen beschikken, is de vraag wat te doen met die reserves vaak actueel. Naast klassieke spaarformules en kapitalisatieproducten zoals tak 26, komt ook beleggen in obligaties vaak ter sprake. Maar is dat wel zo interessant? Wat zijn de voordelen, valkuilen en fiscale gevolgen als u met uw vennootschap investeert in obligaties?

Wat zijn obligaties?

Een obligatie is een schuldbewijs dat wordt uitgegeven door een overheid, een bedrijf of een instelling. Door in te tekenen op een obligatie leent u geld uit aan de uitgever voor een bepaalde periode, in ruil voor een vaste rentevergoeding – de zogenaamde coupon. Op de eindvervaldag krijgt u normaal gezien het oorspronkelijke kapitaal terugbetaald.

Waarom beleggen in obligaties via de vennootschap?

Voor veel bedrijfsleiders klinkt het aantrekkelijk: het idee van een vast rendement, minder koersschommelingen dan bij aandelen, en toch een hoger potentieel dan een spaarrekening. Obligaties worden vaak gepercipieerd als "veilig" of "stabiel", maar die perceptie vereist nuancering. In de praktijk zijn niet alle obligaties gelijk geschapen. Bedrijfsobligaties, obligaties in vreemde munten of langlopende obligaties brengen allemaal hun eigen risico’s met zich mee, zoals wanbetaling, liquiditeitsrisico of renteschommelingen.

Toch kan het in bepaalde omstandigheden zinvol zijn voor een vennootschap om (een beperkt deel van) de reserves in obligaties te beleggen. Vooral wanneer men mikt op kapitaalbescherming op middellange termijn en het ondernemingsrisico wil beperken.

Rendement en risico’s: een evenwichtsoefening

In theorie bieden obligaties een hoger rendement dan het klassieke spaarboekje. Zeker nu rentes in de lift zitten, lijken de coupons opnieuw aantrekkelijker. Toch blijft het reële rendement vaak beperkt, zeker als men rekening houdt met inflatie, kosten en belastingen.

Wie op zoek gaat naar obligaties met een hogere coupon, komt vaak terecht bij uitgevers met een lagere kredietwaardigheid of in landen met verhoogd wisselkoersrisico. Dat zijn geen risico’s die u lichtzinnig wil nemen binnen een vennootschapscontext. Een faillissement of wanbetaling kan ertoe leiden dat u (bijna) alles verliest.

Daar komt nog bij dat u als vennootschap zelden in kleine coupures kunt beleggen. Veel individuele obligaties vereisen minimuminzetten van €100.000 of meer, wat spreiding moeilijk maakt. Beperkte diversificatie verhoogt het risico aanzienlijk.

Administratieve last voor de boekhouding

Wanneer uw vennootschap investeert in individuele obligaties, moet elke aankoop apart geboekt worden in de balans. Bij couponuitbetalingen of verkoop komen er boekhoudkundige registraties bij. Dit verhoogt niet alleen de werklast voor uw accountant, maar leidt ook tot bijkomende beheerskosten. Zeker als u meerdere obligaties aanhoudt, kan dit uitmonden in een complexe en inefficiënte administratie, vooral voor kleinere vennootschappen.

Fiscaliteit van obligaties binnen de vennootschap

De Belgische fiscus behandelt obligaties vrij klassiek. De rente-inkomsten worden belast als opbrengsten in de vennootschapsbelasting. U betaalt hierop gewoon het normale tarief (20% of 25%, afhankelijk van uw omzet). Er wordt doorgaans een roerende voorheffing van 30% ingehouden op de couponuitkering. Die voorheffing mag u verrekenen met uw uiteindelijke vennootschapsbelasting.

Meerwaarden die u realiseert bij verkoop van obligaties, worden ook beschouwd als belastbare winst. Eventuele minderwaarden zijn in principe aftrekbaar, zolang ze boekhoudkundig correct verwerkt zijn. Er is echter geen fiscale vrijstelling voor obligatie-inkomsten zoals dat bij sommige aandelen (met DBI-aftrek) wel het geval is.

Het verschil met een belegging in aandelen is dus dat u geen recht hebt op een vrijstelling of uitgestelde belasting, en het rendement volledig belastbaar is.

Is beleggen in obligaties via de vennootschap een goed idee?

In de praktijk is beleggen in individuele obligaties via de vennootschap vooral een keuze voor wie absolute zekerheid vooropstelt én bereid is die zekerheid duur te betalen in termen van lage rendementen en hoge administratieve lasten. Obligaties kunnen wel een rol spelen in een evenwichtig opgebouwde portefeuille, maar ze vormen zelden het fundament ervan.

Wie op zoek is naar meer gebruiksgemak, betere spreiding en lagere instapdrempels, kiest beter voor obligatiefondsen of gestructureerde oplossingen binnen een tak 26-contract. U behoudt dan de veiligheid, maar laat het beheer over aan professionals en vermijdt de boekhoudkundige rompslomp van individuele obligatie-aankopen.

Samengevat

Beleggen in obligaties via uw vennootschap kan, maar is zelden de meest efficiënte of rendabele oplossing. De combinatie van een beperkt rendement, risico op wanbetaling, weinig spreiding en administratieve last maakt het enkel geschikt voor specifieke situaties. Wenst u meer rendement of gemak, overweeg dan alternatieven zoals tak 26 of obligatiefondsen.


Was dit artikel nuttig?